Nieuwe reeks orgelconcerten van start

Stadsorganist Theo Jellema geeft de komende maanden zeven orgelconcerten met muziek rondom Bach. De concerten vinden op onderstaande zaterdagmiddagen plaats en beginnen om 15.00. De toegang is gratis.
11 mei LEEUWARDEN Waalse Kerk
15 juni JELSUM Sint Genovevakerk
17 augustus WURDUM St. Martinuskerk
21 september CORNJUM Nicolaaskerk
12 oktober JORWERD Redbadtsjerke
2 november LEEUWARDEN-HUIZUM Dorpskerk
30 november LEEUWARDEN Lutherse kerk
Stonden de voorgaande drie jaren het werk van Bach zelf centraal, nu is het tijd voor composities van mensen uit de omgeving van Bach. De rode draad in de nieuwe serie orgelconcerten vormen de zes orgelsonates van Carl Philipp Emanuel Bach, de tweede zoon van Johann Sebastian Bach, een grote beroemdheid in zijn dagen, die met zijn faam zijn vader overvleugelde. Deze zes orgelsonates werden geschreven voor prinses Amalia van Pruisen, die ze op haar luxueuze tweeklaviers orgel zelf kon spelen. De stijl is modern, pre-klassiek; Johann Sebastian lijkt heel ver weg.
Daarnaast belichaamt elk concert een andere componist uit de omgeving van Bach. In het eerste concert is dat Wilhelm Friedemann, de oudste zoon van Johann Sebastian. Hij slaagde er veel minder goed in dan zijn jongere broer om zich los te maken van zijn vader en een eigen stijl te vinden, maar in sommige composities bereikt hij een heel hoog niveau. De vier fuga’s die op het openingsconcert klinken, óók gecomponeerd voor Amalia van Pruisen, zijn er voorbeelden van.
Het tweede concert biedt ruimte aan twee bevriende collega’s van Bach: Kauffmann en Telemann.
In het derde concert staat een favoriete leerling van Johann Sebastian Bach, Johann Ludwig Krebs, centraal. In zijn grote werken is hij een epigoon, die het niveau van zijn voorbeeld niet bereikt, maar zijn kortere composities hebben een heel eigen charme.
Op het volgende concert, in Koarnjum, wordt de schilderachtige Biblische Sonate over David en Goliath van Johann Kuhnau gespeeld. Kuhnau was Bachs voorganger in het ambt van Thomascantor in Leipzig. Kuhnau overleed in 1722. Bach trad daar in 1723 aan.
In het concert in Jorwerd, het vijfde in de reeks, is o.m. plaats ingeruimd voor de Buxtehude en Reinken, die helden waren van de jonge Bach, en voor Johann Pachelbel. Pachelbel heeft lang in Erfurt gewerkt en was daarmee een centrale figuur in het Thüringse muziekleven. Johann Sebastian woonde, jong wees geworden, een paar jaar bij zijn oudste broer, die ook musicus was en leerling van Pachelbel.
Friedrich Wilhelm Marpurg,‘co-starring’ in het zesde concert, schreef een theorieboek over het componeren van fuga’s, waarin Johann Sebastian nog een beetje over de schouder meekijkt. In zijn eigen composities is meer invloed van Carl Philipp Emanuel te beluisteren, aan wie hij dan ook sommige van zijn werken opdroeg. Daarnaast klinkt muziek van Johann Kirnberger, die zijn kennis van de Bach-wereld (waar hij erg trots op was) vooral verworven had door contacten met diens zonen.
In het slotconcert staan composities van Johann Christian Kittel op de lessenaar. Kittel had als jonge man enig onderricht van Bach genoten en bleef daar zijn leven lang aan refereren, ofschoon zijn stijl maar weinig Bach-invloed verraadt.